REDBAD,
VERDEDIGER VAN HET HEIDENDOM

Deel I

Door Solar Korenwolf

 

Dit verhaal gaat over Redbad. Ik geef toe, dat dit een eerste zin is, die mijn weg richting de AKO-literatuurprijs zeker niet korter zal maken, maar waar is hij wel. Sinds het heidense Friesland ten onderging, is geschiedschrijving over deze held altijd vanuit het oogpunt van de overwinnaar geschreven. Meestal speelde Willibrord de hoofdrol. Redbad werd afgeschilderd als woest, gemeen, boos, barbaars en vredeloos (unfrethman). Talloze anekdotes zijn terug te vinden in heiligenlevens en volksverhalen. In hoeverre zij waarheid bevatten weet men niet. Veel van deze verhalen komen in een volgend artikel vast nog wel eens aan bod.

Dit verhaal gaat echt over Redbad.

 

PROLOOG

Het grote, rijke en vruchtbare land van de Friezen lokt de machtswellustige Franken al heel lang. Hun veroveringszucht hebben ze in de voorgaande eeuwen kunnen uitleven op Wenden, Saksen, Thoringi, Gothen en Bourgondiërs. Vanaf het begin van de 6e eeuw, richten de inmiddels gekerstende Franken zich ook op het heidense Friesland. Delen worden ingelijfd bij het Frankische rijk en gepoogd wordt de bevolking te bekeren. De strijd verloopt in een golfbeweging. In 628*1) na Chr. voert een Fries-Saksisch leger strijd tegen de Franken. Veel Friezen en Saksen worden krijgsgevangen gemaakt. Bisschop Eligius van Noyon koopt op de slavenmarkt enige van deze krijgsgevangenen, kerstent ze en stuurt ze voor missiewerk naar hun gebieden terug. Rond 650 na Chr. worden er Frankische munten geslagen in Dorestad. Korte tijd later is de stad weer in Friese handen.

Vermoedelijk staan alle Friezen dan al onder leiding van één koning. De eerste koning die we tegenkomen is Aldgisl. Hij is zowel opperrechter als opperpriester binnen de heidense traditie. Overtuigd heiden en trouw aan de zaak van zijn voorouders is hij toch verdraagzaam tegenover het Christendom. In het jaar 677 na Chr. staat hij zelfs toe dat bisschop Wilfrid van York, een Angelsaks, die op doortocht is naar Rome maar vanwege problemen met de Franken om moet reizen, de winter aan het hof van de Friese koning doorbrengt. Hij krijgt zelfs de kans om te prediken. Maar Koning Aldgisl laat zich niet bekeren. Als dit wel gebeurd zou zijn was automatisch de gehele Friese bevolking christen geworden.

Hofmaarschalk Ebroïn, van het door een interne machtstrijd verscheurde Frankische rijk, komt echter aan de weet dat Wilfrid van York bij de Friese koning verblijft. Hij stuurt per bode een brief naar Aldgisl en biedt deze een aanlokkelijke hoeveelheid goudgeld indien de bisschop wordt uitgeleverd. In het bijzijn van Wilfrid, de bode en de hofhouding leest koning Aldgisl de brief voor om deze vervolgens in het vuur te werpen. Hiermee toont hij zijn verachting voor Ebroïn, die met goudgeld poogt het heilige gastrecht dat bij de Friezen hoog in ere stond te schenden.
Na het vertrek van Wilfrid valt een deel van het bekeerde volk weer terug in de vertrouwde heidense traditie. Maar enkelen behouden het nieuwe Christendom. In het zuiden van het Friese rijk vormt zich een groep Friezen, die niet alleen pro-christelijk is, maar ook meer naar de Frankische zijde neigt. Het lijken betrekkelijk rustige perioden, strijd tussen de Friezen en Franken komt nauwelijks voor. Maar schijn bedriegt.

679 - 688

In 679 na Chr., na Aldgisl's dood wordt Redbad koning. Het wordt hem duidelijk dat de Franken tot het uiterste zullen gaan om de Friezen te onderwerpen en dat zij op steun van de bekeerde Friezen kunnen rekenen. Natuurlijk is Redbad een fel voorstander van een heidens Friesland. Maar hij is ook het evenbeeld van zijn vader: nobel, diplomatiek en bereid de harmonie binnen zijn rijk zo nodig met straffe hand te handhaven. Hij wil er niet aan denken de onafhankelijkheid van zijn koninkrijk op te geven. Redbad wil dat zijn volk gelooft in een ideaal: de vrije Fries.
Hij laat wetten op schrift stellen en voert politieke hervormingen door (o.a.centralisatie van de macht). Hij versterkt zijn vloot, voert wapens in en maakt van zijn rijk één groot legerkampement.
Tussen de heidense Friezen en de pro-Frankische christen-Friezen wordt de spanning voelbaar. De christen-Friezen vormen een vijfde colonne. Christen en verrader worden synoniemen.
In de ogen der Franken zijn de Friezen onchristelijke barbaren die met alle ter beschikking staande middelen uit hun toestand "bevrijd" moeten worden. Maar dit moet nog even wachten, want in 680 na Chr. komt de hofmaarschalk Ebro´n te overlijden. Binnen het Frankische rijk raken de Austrische en Neustrische partijen verwikkeld in een hevige machtsstrijd.
Redbad beseft dat het zijn kans is om de gebieden die in het verleden door de Franken veroverd zijn te heroveren. Zijn troepen trekken de Betuwe in, zuidelijk Gelderland. Ja in 688 na Chr. bereikt hij zelfs de omgeving van Gent en Antwerpen. Vermoedelijk is dit allemaal oud-Fries gebied. De Friese koning neemt niet meer dan wat aan de Friese voorvaderen heeft toebehoord. Uiteraard is hij van plan het heidendom in deze streken geheel te herstellen.
Echter in 687 na Chr. lukt het de hofmaarschalk Pepijn ( de Middelste ) het Frankische volk achter zich te krijgen. De tegenaanval wordt ingezet.

688 - 693

Een krachtig, onverdeeld Frankisch leger is helaas te sterk voor onze held Redbad. Een enorme overmacht rukt noordwaarts op tot aan de Rijn. De Betuwe wordt heroverd op de Friezen. Bij Dorestad lijdt Redbad rond 689 na Chr. een nederlaag. Volgens de verhalen duurt de strijd een hele dag en trekken de Friezen in kleine groepjes terug. De koning werpt, volgens overleveringen, tijdens de terugtocht zijn kroon in het Bleke Meer. (Zou dit een eerbetoon aan de gesneuvelden kunnen wezen, misschien een belofte dat hij terug zou keren?).
Utrecht blijft behouden voor de Friezen, in het grensgebied blijft het nog lang onrustig. Ook de Rijnmond tussen Hoek van Holland en Katwijk blijft nog onrustig grensgebied.
En ja hoor, de eerste missionaris dient zich alweer aan. Het is Wigbertus uit Northumbrië. Vol goede moed begin hij aan zijn werk. Het wordt hem niet eens verboden!
Twee jaar lang doet hij zijn uiterste best. Maar Redbad negeert hem gewoon en het Friese volk volgt dit voorbeeld op de voet. Volledig uit het veld geslagen trekt Wigbertus zich in 690 na Chr. terug in een klooster. Maar de missionarissen weten van geen ophouden. De volgende staat alweer te trappelen van ongeduld: Willibrord.

Ondertussen staan de zaken er voor Redbad niet bepaald goed voor. Zijn leger verliest regelmatig en ook steekt verraad de kop op. Zo'n verrader is bijvoorbeeld Ado Wursing, een Stichts-Friese edelman. Een christen, die er niet voor terugdeinst de zaak van zijn voorouders te verkwanselen aan de Frankische vijand. Het is niet duidelijk welk kwaad hij de Friese zaak aandoet. Redbad, die zo'n verrader normaal gesproken ter dood zou moeten veroordelen, besluit echter in al zijn goedheid dat de straf verbanning zal zijn. Ado trekt regelrecht naar het hof van de Frankische koning. Hij wordt er met open armen ontvangen, krijgt geschenken en mag zelfs zijn kinderen naar de hofschool sturen en steunt het werk van Willibrord op grote schaal.

Willibrord trekt naar Dorestad en Utrecht. Zonder de Friese koning om toestemming te vragen vangt hij aan met zijn werk, gesteund door een sterk Frankisch leger. Hij vindt gehoor bij de Friese heidenen, die al eens eerder tot het christendom bekeerd waren, maar na de herovering door Redbad weer overgegaan waren tot het heidendom. Als ontrouw aan het geloof en de zaak van de voorvaderen al zo diep in het bloed zit, als bovendien het voorbeeld van Ado van Wursing bekend zal zijn geweest, als je bescherming voelt van een krachtig leger, dan is de keuze voor een verrader niet moeilijk.

Een Friese edelman die zich rond Elst in de Betuwe tegen de Frankische verheerser verzet wordt uit zijn gebied verbannen. Het is Eberhard. Al zijn bezit wordt verbeurdverklaard en hij vestigt zich in Friesland.

Pepijn de Middelste is trots op Willibrord en moedigt hem aan. Willibrord preekt voornamelijk in de veilige, op de Friezen heroverde gebieden, met Antwerpen als uitvalsbasis. In 690 na Chr. reist hij naar Rome om Paus Sergius om zegen te vragen voor zijn werk. Er volgt een aantal jaren waar weinig over bekend is. Het is best mogelijk dat er in de grensgebieden gevechten zijn tussen de Franken en de Friezen, maar duidelijk is in ieder geval dat rond 693 na Chr. Redbad zijn politiek wijzigt. De Franken zijn waarschijnlijk te sterk om steeds tegen te vechten. Er lijkt een soort bestand te zijn waarbij het rijk van Redbad onaangetast blijft. Dit geeft hem de kans te reorganiseren en betere tijden af te wachten. Die kroon in het Bleke meer ligt nog op hem te wachten!

volgende pagina >>

BRONNEN
Vita Willibrordi door Alcuin
Historia Ecclesiastica van Beda
Arian de goede - Redbad